Moved to / Is verhuisd naar


Waarom dat zo is, verneem je hier


maandag 5 september 2011

Neruda 's beesten...

Laat u aangrijpen door dit prachtige gedicht  ...  op muziek gezet door Mikis Theodorakis.

- De morgenschemering van de leguaan -

Algunas bestias (◄ link naar deel I)

Pablo Neruda


Era el crepúsculo de la iguana. 

Desde la arcoirisada crestería 
su lengua como un dardo 
se hundía en la verdura, 
el hormiguero monacal pisaba 
con melodioso pie la selva, 
el guanaco fino como el oxígeno 
en las anchas alturas pardas 
iba calzando botas de oro, 
mientras la llama abría cándidos 
ojos en la delicadeza 
del mundo lleno de rocío. 
Los monos trenzaban un hilo 
interminablemente erótico 
en las riberas de la aurora, 
derribando muros de polen 
y espantando el vuelo violeta 
de las mariposas de Muzo. 
Era la noche de los caimanes, 
la noche pura y pululante 
de hocicos saliendo del légamo, 
y de las ciénagas soñolientas 
un ruido opaco de armaduras 
volvía al origen terrestre. 
El jaguar tocaba las hojas 
con su ausencia fosforescente, 
el puma corre en el ramaje 
como el fuego devorador 
mientras arden en él los ojos 
alcohólicos de la selva. 
Los tejones rascan los pies 
del río, husmean el nido 
cuya delicia palpitante 
atacarán con dientes rojos. 

Y en el fondo del agua magna, 
como el círculo de la tierra, 
está la gigante anaconda 
cubierta de barros rituales, 
devoradora y religiosa.


-  De leguaan -                                                                                                                    - Vlinder van Muzo - 


Enige beesten (◄ link naar deel II)

(Eigen vert.)


Het was de morgenschemering van de leguaan.

Uit wiens regenboogkam
een tong als een pijl tevoorschijn kwam 
die zich boorde doorheen het lover.
De grote miereneter betrad als een monnik 
het woud met melodieuze pas.

Fijn als zuurstof op weidse ijle hoogten,
liep daar ook de goud gelaarsde guanaco,
terwijl de lama met onbevangen ogen
opkeek in de lieflijkheid van de met
dauw bedekte wereld.

De apen weven een liefdesdraad,
… eindeloos erotisch
in de zomen van een gouden dageraad, 
onderwijl muren van stuifmeel slopend
verjagen ze de violetten 
vlucht vlinders van Muzo.

Het was de nacht van de kaaimannen,
de nacht nog ongerept en wemelend
van geeuwende muilen in het slib.
Als vanuit de slaperige lagunes
het opalen geraas van pantsers
plots herinnert aan de oorsprong van de aarde.


Met zijn fosforescerende afwezigheid
beroerde de jaguar de bladeren.
En daar, de poema rennend door het kreupelhout,
als een verterend vuur,
die met zijn alcoholdoorlopen ogen de wildernis
verslindt.

De dassen doorwoelen de oevers
van de stroom, ze bespeuren het nest
in welks wild kloppend hart ze 
duidelijk zo dadelijk hun dodelijke rode tanden zullen zetten.

En in de diepte van de machtige wateren 
Een keerkring rond de aarde gelijk,
Ligt de gigantische, àlles opslokkende anaconda
vroom zwelgend in het rituele slijk.




- Poema die de wildernis verslindt -