Foto DagEnDauw
Hèhè, dat hebben we ook weer gehad...Tijd voor een laat ontbijt.
Vanmorgen, toen ik de deur van de woonkamer en die naar de tuin had geopend, werd mijn reukorgaan plots geteisterd door die typische onaangename nevenverschijnselen van de lente.
Vannacht had er ontegensprekelijk een bezoeker langs huize DagEnDauw geparadeerd en er zijn sporen nagelaten.
Allicht kicken kattinnen op die geur en worden ze er gewilliger door, maar op mij maakten deze feromonen totaal niet de gewenste indruk, ze kwamen duidelijk niet van mijn ware Jacob, en mijn honger was dan ook vrijwel meteen voorbij.
Niet de reukzin van de poes, maar die van een andere viervoeter, stak in mij de kop op, en als een geoefende retriever trok ik op jacht doorheen het huis. Ik zou dit katje wel eens wassen.
Had zoonlief wellicht de deur van het washok vergeten sluiten gisterennacht, vroeg ik me af? Neen, dat was niet het geval.
Die deur was dicht en toen ik ze open stak, kwam me meteen een lieflijke geur van wasproducten tegemoet. Hier was duidelijk niks aan de hand.
In de keuken bleek, na grondig gesnuffel van mijn kant, de schade ook nog behoorlijk mee te vallen. Maar zodra ik de woonkamer weer binnen trad was de stank haast niet te harden.
Goed, hier moest dus ergens de lamp van die nachtelijke Cassanova branden.
Op handen en knieën, de neus ter hoogte van een denkbeeldige kater, inspecteerde ik iedere vierkante centimeter tot ik langs de dorpel van de schuifdeur kwam en mijn oog plots viel op een soort olieachtige druppels tegen het schuifdeurraam.
Yes! Pluim voor Dauw’s zintuigen. Ze hadden hun dienst weer eens bewezen.
Hier had die potente Garfield zijn vlag dus geplant, maar niet voor lang meer.
Dacht dat kattenbeest nu werkelijk me te slim af te kunnen zijn? Dan had hij het wel grondig mis, poes.
Er was slechts één klein probleempje om hem met gelijke munt te kunnen terugbetalen…
Vrouw zijnde, miste ik er de instrumenten voor, maar geen nood, ook daar had ik algauw de oplossing voor bedacht.
Ik zou de hulp van míjn meneer inroepen.
Gewapend met een dikke dot keukenpapier nam ik hem bij de hand en liet hem sproeien over de geur waar die nachtelijke bezoeker zijn vlaggenspoor had getrokken. Mij altijd met hart en ziel ter wille zijnde, volbracht hij zijn opdracht van harte, royaal en overvloedig…
Ik lachte in mijn vuistje, daar zouden die fluwelen Don Juan en zijn volgzame Courtisanes met hem, wel hun bekomst van hebben, wanneer ze vannacht opnieuw hun bacchanalen vierden en voorbij mijn deurtje kwamen.
Ik drukte van blijdschap, die lieve schat een kus in zijn hals en stak mijn neus in de lucht om opnieuw te genieten van een frisse geur van pompelmoes en groene thee die stilaan mijn huis vulde.
Ziezo we kunnen, zij het iets later dan gepland, toch nog gaan genieten van een smakelijk ontbijt.
Dank je Mr. Proper, voor bewezen diensten… dankzij jou, kreeg ik mijn appetijt terug.
Laat die sterke hete koffie nu maar komen.